Home » Nieuws

Categorie archieven: Nieuws

Congres Opheusden van 27 maart 2021 wordt verplaatst naar een livestream op 26 juni 2021

Het is alweer (te) lang geleden dat wij u op de hoogte hielden van een op handen zijnde congres in Opheusden. Meer dan een jaar zijn de maatregelen rond het coronavirus van dien aard dat het niet mogelijk is om een congres te organiseren over ‘Bijbel en Wetenschap’ in Opheusden. Ook het geplande congres van 27 maart 2021 moet weer worden uitgesteld. Het lijkt erop dat van uitstel afstel komt. We hebben besloten het congres van Opheusden af te lassen én in plaats daarvan, samen met stichting Geloofstoerusting, een livestream op te zetten met diverse sprekers en onderwerpen. Kijkt u op 26 juni 2021 ook mee?

Het definitieve programma is nog niet helemaal compleet. Volgende week hoopt dit programma online te staan op de website oorsprong.info (die halverwege volgende week volledig op de schop gaat). Centraal staan de onderwerpen ‘biblical inerrancy’, de verhouding tussen het boek van de natuur en het boek van de Schriftuur, Intelligent Design, fijnafstemming in de biologie, ons immuunstelsel en een neurowetenschappelijk onderwerp. Een geoloog heeft in overweging om een lezing te geven over het onderwerp de ‘Cambrische Explosie’ (maar dat kan gewijzigd worden). In de avond hebben we een uitnodiging uitgezet naar een Engelstalig geoloog/paleontoloog om wat te vertellen over zijn onderzoek naar ‘onze’ Mosasaurussen (maashagedissen). We hopen dat de sprekers met ons mee willen doen en nog meer hopen we dat u meekijkt! Zet het alvast in de agenda: 26 juni 2021, een conferentie over ‘Bijbel & Wetenschap’, thuis op de bank. Het programma is zeer geschikt voor predikanten en docenten die meer willen weten. HAVO/VWO leerlingen die zich oriënteren op een wetenschappelijke studie of studenten die al studeren en mogelijk twijfelen aan het scheppingsparadigma behoren ook tot de doelgroep. Zou u speciaal hen aan willen moedigen om deze conferentie bij te wonen? De toegang is gratis, dus we hopen dat er zoveel mogelijk mensen meekijken. De livestream zal worden uitgezonden via diverse kanalen op YouTube.

We wensen u een goed weekend en hopelijk tot ziens in de livestream van 26 juni 2021 D.V.!

Jan van Meerten
www.oorsprong.info
info@oorsprong.info
Telefoonnummer wordt slechts op aanvraag beschikbaar gesteld

Minister Van ’t Wout heeft Kamervragen over zoutvloei beantwoord

Op 21 januari 2021 schreef ing. Stef Heerema in het Reformatorisch Dagblad een artikel over het uitblijven van het terugveren van de Friese bodem.1 Naar aanleiding van dit artikel stelde politicus drs. Henk Nijboer (Partij van de Arbeid) Kamervragen aan de minister van Economische Zaken en Klimaat, Bas van ’t Wout.2 Afgelopen week beantwoordde de minister deze vragen.3

Antwoord

Bas van ’t Wout, minister van Economische Zaken en Klimaat, heeft antwoord gegeven op Kamervragen van drs. Henk Nijboer van Partij van de Arbeid.4 De minister geeft aan dat hij bekend is met het artikel in het Reformatorisch Dagblad aangaande zoutvloei. Op de vraag of hier verkeerde aannames werden gedaan antwoordde de minister:

“Het klopt niet dat er van een verkeerde aanname is uitgegaan. Het staat vast dat in de diepe ondergrond aanwezig zout –vanwege zijn natuurlijke ‘stroperige’ eigenschappen- vanzelf stroomt in de richting van de holtes (cavernes), die door de oplosmijnbouw zijn gecreëerd. Dat dit in de praktijk ook is gebeurd, blijkt uit het feit dat het totale volume van het aan de ondergrond onttrokken zout veel groter is dan het volume van de ondergrondse caverne.

Het verschil tussen het volume van het gewonnen zout en het volume van de holte wordt het convergentievolume genoemd. Dit volume manifesteert zich aan het oppervlak als bodemdaling. Zolang de winning voortduurt, blijft de bodemdaling toenemen. Zodra de winning wordt gestaakt en de druk in de cavernes wordt verhoogd, stopt de bodemdaling. Dit is ook waargenomen met de GPS-meting op de Barradeel I locatie alwaar de winning is gestopt.

Mogelijk zal het centrum van de bodemdalingskom na enige tijd iets omhoog komen. Of dit ook daadwerkelijk zal gebeuren – en in welk tempo – is onderwerp van voortgaande analyse van de monitoring gegevens. Dit mogelijke ‘terugveer’- effect is geen onderdeel van de in de vergunning gestelde eisen omtrent de maximale bodemdaling. Dat betekent dat er bij de berekening van de maximaal toegestane bodemdaling geen rekening wordt gehouden met de mogelijkheid dat de bodem terugveert en de bodemdaling daardoor op termijn zou kunnen verminderen.”

Op de vraag of de minister door ‘deze nieuwe inzichten’ van plan is om de zoutwinning in dit gebied te heroverwegen gaf de minister het volgende antwoord:

“Nee, de berichtgeving geeft mij geen nieuw inzicht en ook geen aanleiding voor een heroverweging. De conclusies in het bericht komen niet overeen met het wetenschappelijke feit dat zout in de diepe ondergrond (onder invloed van druk en temperatuur) vloeit.”

Welke gevolgen de bodemdaling heeft voor de inwoners van Friesland en of hier een vergoeding tegenover staat zijn ook nog te lezen in de vraagbeantwoording. De minister wil in ieder geval niet ‘dat de bewoners blijven zitten met schade ten gevolge van bodembeweging door mijnbouw’ en de Commissie Mijnbouwschade zal op korte termijn ‘meldingen over schade door zoutwinning gaan behandelen’.5

Discussie

Het artikel van Heerema leidde in het Reformatorisch Dagblad ook tot discussie. Volgens geologiestudent Willem Jan Blom, structureel geoloog Nico Hardebol en mijnbouwkundige Jan van Herk zou ontkenning van zoutvloei het debat over geloof en wetenschap niet verder helpen.6 Daarop reageerde Stef Heerema weer dat hij zoutvloei niet wil ontkennen, maar dat dit alleen tijdens de zondvloed voorkwam, daarna is het steenzout ‘keihard’ geworden. Volgens Heerema ondermijnen ‘deze [d.w.z. die van zoutvloei-accepterende geologen, JvM] geologische denkbeelden de fundamenten van de samenleving’.7 In de rubriek ‘Opgemerkt’ reageerden Blom, Hardebol en Van Herk tenslotte met de opmerking dat een andere visie op zoutvloei niet ‘de autoriteit van Gods Woord’ ondermijnt.8 Hiermee is de discussie in de krant afgesloten. Naast deze discussie in de krant schreef Blom nog een artikel waarin hij de argumentatie van Heerema onder de loep neemt9 en reageerde Heerema op Family710 en op het Logoscongres11 op de discussie.

Evolutionair vooroordeel zorgt voor disclaimer

Dat er een naturalistisch vooroordeel bestaat tegenover creationistische wetenschappers en academische ID’ers dat is bekend.1 We hebben hier al vaker over geschreven.2 Gelukkig publiceren creationisten of ID’ers regelmatig hun bevindingen. Wanneer een creationist of een ID’er een wetenschappelijk paper wil publiceren in de naturalistische literatuur waar creationistisch woordgebruik in voorkomt dan wordt er door diehard naturalisten een lobby opgezet om de (auteur(s) van de) paper in diskrediet te brengen en/of van de uitgever geëist om afstand te nemen van de inhoud en een disclaimer te plaatsen. Creationisten kunnen wel publiceren, maar dan moeten ze dat doen in een naturalistisch jargon en vanuit een naturalistische basisovertuiging met miljarden jaren en universele gemeenschappelijke afstamming. Woorden zoals bijvoorbeeld ‘intelligent design’, ‘Creator’, ‘Flood’ etc. zorgen voor allergische reacties.3

Afgelopen weekend zagen we weer een nieuw voorbeeld van lobbynaturalisten die ervoor zorgden dat een nieuwe paper van twee ID-auteurs een disclaimer ontving. Het gaat om een paper van de wetenschappers Steinar Thorvaldsen en Ola Hössjer in Journal of Theoretical Biology.4 De auteurs willen in de paper kijken of er ook fijnafstemming te vinden is in moleculaire machines en systemen. Tot dusver wordt het argument van de fijnafstemming veelal gebruikt in de natuurkunde. Bij fijnafstemming gaat het om de natuurconstanten die zeer fijn zijn afgestemd zodat er leven (op aarde) mogelijk is. Wanneer deze constanten iets anders waren geweest dan was er een universum zonder leven zoals wij dat nu kennen ontstaan óf was er mogelijk helemaal geen universum geweest.5 Het artikel van Thorvaldsen en Hössjer wil aantonen dat het argument van de fijnafstemming ook gebruikt kan worden in de biologie en wil laten zien dat dit argument het neodarwinistische evolutiedenken uitdaagt. In de paper wordt verwezen naar bekende ID’ers zoals Douglas Axe, Michael Behe en William Dembski. Het ID-journal Bio-Complexity wordt ook een aantal keren aangehaald. Heel mooi dat de auteurs het onderwerp van fijnafstemming in de biologie hebben verkend en dat zij het gepubliceerd hebben in dit naturalistische journal.

Disclaimer

Deze euforie is echter van korte duur. Nadat verstokte naturalisten lucht gekregen hadden van dit artikel ontstond er een lobby en kregen ze het voor elkaar om een disclaimer geplaatst te krijgen bij het artikel.6 De disclaimer luidt:
“Het Journal of Theoretical Biology en de (hoofd)redactie onderschrijft op geen enkele manier de ideologie noch de argumentatie achter het concept Intelligent Design. Na de publicatie van de paper is duidelijk geworden dat de auteurs verbonden zijn aan een creationistische groep (hoewel de adressen die vermeld zijn op de paper verwijzen naar afdelingen binnen betrouwbare universiteiten). We waren ons van dit feit niet bewust toen wij de paper beoordeelden. Bovendien werden de trefwoorden ‘intelligent design’ door de auteurs pas na het beoordelingsproces toegevoegd. We waren ons niet bewust van deze actie. We hebben de trefwoorden verwijderd uit de online versie van dit document. We zijn van mening dat Intelligent Design op geen enkele manier een passend onderwerp is voor Journal of Theoretical Biology.”

Slot

Het is bijzonder dat de redacteuren niet eerder hebben gezien dat het hier om een paper vóór Intelligent Design gaat. Zoals gezegd zien we bekende ID-namen, verwijzingen naar een ID-journal én ID-jargon zoals ‘fine-tuning’, ‘irreducible complexity’, ‘waiting time problem7’ en ‘specified complexity’. Het argument dat de redactie geeft is een slecht excuus. Het lijkt erop dat de redactie is gezwicht voor de evolutionaire lobby. Dat is enerzijds droevig, wanneer wetenschapsbeoefening werkelijk ‘neutraal’ zou zijn dan zouden ID-wetenschappers de mogelijkheid moeten hebben om in standaard journals te publiceren. Anderzijds is het mooi dat, ondanks de disclaimer, dit artikel nu onder ogen komt van verschillende vakwetenschappers. Wellicht leidt dit onder niet-verstokte naturalisten tot een grotere acceptatie van het concept Intelligent Design. Laten we hopen dat dit evolutionaire vooroordeel leidt tot een grotere verbondenheid aan Intelligent Design en dat meer wetenschappers zich bezig gaan houden met met dit concept. De laatste jaren zien we gelukkig dat steeds meer naturalisten de ID-beweging weten te vinden en dat ze uiteindelijk ook gaan meedoen met deze beweging.8 Het publiceren van dit artikel laat zien dat Intelligent Design een volwaardige kan doen binnen de wetenschapsbeoefening en tot vergezichten leidt: fine-tuning in de biologie.9

Dit artikel verscheen eerder op de website van Logos Instituut.